Alles voor de laagjes

Ik stond er nooit echt bij stil dat je bladerdeeg ook zelf kunt maken, in plaats van die fabrieksplakjes te gebruiken voor appelflappen, kaashapjes, croissants en hartige taarten. Pas toen ik het recept voor een echte Engelse 'steak 'n Guinness pie' onder ogen kreeg, besloot ik het toch maar eens te proberen.
Goedgeluimd begon ik aan de uitvoering van het recept, waar twee uur voorbereidingstijd voor stond. Bloem en zout met wat boterklonten en ijskoud water mengen tot een ruw deeg, dan koelen, uitrollen en opvouwen. Ik had het beter alvast even kunnen doorlezen, want bij stap 5 bleek dat, voor het beste resultaat, het deegmengsel het beste een nachtje in de koelkast kon laten opstijven. Daarna konden we weer verder met uitrollen, opvouwen en koelen. Die avond heb ik dus maar even een ander maaltje in elkaar gedraaid.
Alles om zo veel mogelijk laagjes te creëren. Want hoe meer laagjes met boter ertussen, hoe groter de kans dat er luchtbelletjes ontstaan en het deeg lekker luchtig rijst. Dat wil iedereen, en als je eenmaal bezig bent, is het moeilijk om ermee te stoppen. Een half uur meer - dus drie laagjes extra - maakt dan ook niet meer uit.
Maar als je dan toch bij de finishing touch komt (de vulling van de pie, taart, flapjes of wat dan ook ligt intussen al eeuwen te wachten tot het gebruikt wordt), en het deeg eindelijk helemaal mag worden uitgerold, dan wordt het spannend. Zal het werken? Kleven de lagen niet te veel aan elkaar?
Ik moet zeggen: de eerste keer was niet perfect. Boven op een natte vulling kon het helaas niet zo 'puffy' worden zoals ik hoopte. Maar toch was het resulaat boven verwachting, zeker als je bedenkt dat er maar vier ingrediënten nodig zijn, en géén gekke conserveringsmiddelen. Hoewel het er niet perfect uitzag, smaakte het wel zo: een krokante bovenkant, een romige smaak. Zo wil ik zeker ook mijn croissantjes op zondag eten. Alleen begin ik dus wel op donderdag met de voorbereiding.
Bekijk ook
Weg met mes en vorkHet scheelde in ieder geval in de afwas, voor het Ethiopisch restaurant waar ik laatst uit eten was. We aten namelijk lekker met onze handen. En dan ook nog eens met z'n allen van één groot bord. Heel authentiek en ontspannen. En inderdaad, we hadden niet eens bestek nodig.