Stervrucht
Hier vertellen wij je alles over Stervrucht. Het gebruik en handige weetjes en natuurlijk zoals je van ons gewend bent de lekkerste recepten met Stervrucht.
Gebruik van Stervrucht
Stervrucht heeft een licht zoete, fris zure smaak, vergelijkbaar met papaja, sinaasappel en grapefruit. Stervrucht kan met schil worden gegeten. Je kunt hem zo uit de hand eten. Was de vrucht eerst goed. Of snijd hem dwars in plakken. Op deze manier komt de stervorm goed tot uiting. Daarmee levert de stervrucht een bijzonder decoratieve aanvulling in salades, taarten, cocktails en andere gerechten. Je kunt er ook jam en gelei van maken. Stervrucht is zeer dorstlessen en 1 vrucht bevat slechts 30 calorieën. Een rijpe stervrucht voelt stevig aan en heeft een gele schil. De rijpere exemplaren hebben enkele bruine randen. Hoe groter en geler de vrucht, hoe zoeter de smaak. Je kunt stervrucht enkele dagen op kamertemperatuur bewaren. De aanvoer van stervrucht is vooral tijdens de kerstperiode, maar wie goed zoekt, kan de vrucht het hele jaar door op de markt aantreffen.
- Averrhoa carambolaLatijnse naam
- FruitCategorie
- jaIn te vriezen
Algemene informatie over Stervruchten
Stervrucht wordt ook carambola genoemd. De naam carambola is Portugees en is afgeleid van het oorspronkelijke Sanskriet ‘karmara’ wat ‘voedsel voorgerecht’ betekent. De vrucht zelf komt van herkomst uit Indonesië, India en Sri Lanka. De stervrucht groeit aan de carambola boom, een boom met een korte stam en uitgespreide takken. De boom kan tot 12 meter hoog groeien. De boom draagt roze tot violette bloemen. Het hele jaar door draagt de boom vrucht en is de oogst van 1 boom dan ook erg hoog. Het duurt wel eerst vier tot vijf jaar voordat de vrucht geoogst kan worden. Tegenwoordig wordt stervrucht wereldwijd in alle (sub)tropische gebieden gekweekt. In Nederland werd de vrucht voor het eerst in de 17e eeuw beschreven door een ambtenaar van de VOC. De naam stervrucht dankt ze aan haar vorm. De ovale vrucht heeft een omtrek van 9 tot 15 centimeter en vijf tot zes scherpe, hoekige ribben. De dwarsdoorsnede heeft de vorm van een ster. De schil kan groen tot geelachtig kleuren en heeft een glanslaag. Je kunt de schil van de vrucht eten. Het vruchtvlees is sappig en heeft hier en daar een zwarte (eetbare) pit. Nierpatiënten kunnen het eten van stervrucht beter vermijden, omdat de vrucht een hoge concentratie van oxaalzuur en kalium bevat.