Wij gebruiken cookies o.a. om de website te analyseren en te verbeteren, voor social media en om er voor te zorgen dat je relevante advertenties ziet. Je geeft, door gebruik te blijven maken van deze website of door op akkoord te drukken, aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies op deze site. Akkoord

Niet spieken

Lees de column van HildeSchaal- en schelpdieren zijn rare wezens, maar o zo smakelijk. Opgesloten in hun harde pantser zijn ze schuw en niet makkelijk uit hun schulp te krijgen, maar eenmaal op een dinerbord spreiden ze alles ten toon. Soms iets te veel, naar mijn idee.

Garnalen, mosselen en schelpjes zijn niet te versmaden als ze in een salade zitten, met een lekker sausje eroverheen of gebakken in boter met knoflook en andere kruiden. Echt, dan geniet ik van de zachte smaak.

Maar soms duurt dat genieten helaas niet lang. Ik heb namelijk de gewoonte om mijn eten te onderzoeken, in juiste porties te snijden om goede combi's te maken met andere soorten voedsel en te zien of er niet iets geks tussen zit. Op zich geen verkeerde gewoonte lijkt mij, maar bij schaaldieren komt er nooit iets goeds uit.

Die wezentjes zijn namelijk zo gek met hun karteltjes, zakjes en doorschijnende substanties, dat ik altijd wel iets ontdek dat ik liever niet door mijn slokdarm naar beneden laat glijden. Als ik er op tijd aan denk, probeer ik ze dan ook zo heel mogelijk op te eten en ze niet door midden te snijden, zodat een dwarsdoornede van hun darminhoud mij bespaard blijft. Mosselen worden dus het liefst naar binnen gestopt onder een boeiende conversatie, de garnalen in een cocktail krijgen allemaal een laagje saus en bij schelpjes het liefst een combinatie van de twee. Dus niet spieken, maar gewoon eten en genieten.

Iets moeilijker gaat dat bij gamba's, die reuzengarnalen die met kop, staart, poten en voelsprieten op tafel belanden. Daar kun je niet omheen: om het zoete stukje vlees te pakken te krijgen móet je wel pellen. Ik maak me dan altijd zo snel mogelijk af van die starende kop en die gekke sprieten, zodat het iets minder op een dier lijkt. Dat die poten en de staart vervolgens één voor één afbreken - door mijn onhandigheid vaak half, waardoor er nog allemaal resten achterblijven en ik nóg langer bezig ben met ontleden en ik het allemaal van veel te dichtbij zie - neem ik maar op de koop toe. Het smaakt immers verrukkelijk.

Ontkennen gaat overigens ook niet bij oesters. Dat is en blijft een week gedrocht in een harde schelp. Maar - met het risico dat ik nu een storm aan woede over me afroep - daar missen we niet veel aan als we die afslaan. Als ik een slok zeewater wil, rij ik liever naar Scheveningen. Maar voor de rest van de schaal- en schelpdieren ben ik wel te porren. Zolang ik ze maar niet te goed kan zien.

Bekijk ook

Gistextract op brood
Wat onze rauwe haring is voor buitenlanders (:vies), is Marmite voor ons als wij het op een ontbijttafel ontwaren. Het is maar net wat je gewend bent, maar de meeste Hollanders staan niet bepaald te springen om een ultrazout gistextract op brood te smeren. Geef ons maar hagelslag.

(1)

  • Hallo Hilde, Woedend worden is niet mijn stijl, dus wees maar niet bang. Oesters heb ikzelf nog nooit gegeten: heel bewust! Dat glibberige "snot" ziet er voor mij ook niet echt uitnodigend uit, dus kan ik me helemaal vinden in je laatste alinea. ;) Groetjes, Cookie
    Reactie door cookie

Reageren

  • Naam
  • Email
  • Mijn reactie
Inloggen
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Kookwekker(s)
    Meedoen!

    gratis tas

    bij invoer van 5

    eigen recepten!

    Gratis Inschrijven