Het mosselseizoen

Het mosselseizoen loopt van juli tot mei. Je kunt het hele jaar door verse mosselen verkrijgen, met uitzondering van de periode tussen half april tot half juli. De exacte start van het mosselseizoen hangt af echter ook af van het aanbod en de kwaliteit van de mosselen. De volwassen mosselen die naar de consument gaan, worden ook wel consumptiemosselen genoemd. Ze worden op de mosselpercelen in de kweekgebieden opgekweekt van mosselzaad tot halfwasmosselen en vervolgens tot consumptiemosselen. Voor het mosselzaad vist men op wild zaad. Dat gebeurt voornamelijk op de Waddenzee en veel minder op de Oosterschelde en in de Voordelta. In het voorjaar en najaar wordt geïnventariseerd hoeveel mosselzaad er is. Er wordt een vergunning aangevraagd om voor een deel op dit mosselzaad te mogen vissen.


Het mosselzaad wordt naar de kweekpercelen gebracht. Een klein deel wordt in lange kousvormige netten (sokken) gestopt en aan drijvers gehangen in de waterkolom van de Oosterschelde. Dit kweekproces wordt hangcultuur genoemd. Een ander kweekproces is de bodemcultuur. Het mosselzaad wordt opgevist in de Waddenzee en vervolgens uitgezaaid op de kweekpercelen waar het zaad uitgroeit tot halfwasmosselen. De halfwasmosselen worden opnieuw opgevist en overgebracht naar percelen waar het juiste voedselaanbod ruimschoots aanwezig is om er verder uit te groeien tot consumptiemosselen.


De mossel heeft anderhalf tot twee jaar nodig om uit te groeien tot een consumptiemossel. Als ze groot genoeg zijn, worden ze opgevist en naar de mosselveiling in Yerseke gebracht. In Yerseke worden de mosselen steekproefsgewijs gecontroleerd hoe groot ze zijn en hoeveel mosselen de kweker aanbiedt. Het resultaat van de controle wordt voor de veiling bekend gemaakt. Op de veiling kan door handelaren op de waar worden geboden. De handelaar laat zijn aankoop overbrengen naar zijn zogenaamde natte pakhuis. Dit zijn percelen voor de kust van Yerseke (de Oosterschelde). De mosselen kunnen hier schoonspoelen (verwateren). Omdat de mosselen in de Oosterschelde verwateren, krijgen ze het predicaat ‘Zeeuwse mosselen’ mee.


Nederland produceert jaarlijks 57.000 ton mosselen. België is daarvan de grootste afnemer (65 procent). Frankrijk neemt 23 procent af. De meeste mosselen zijn bestemd voor de versmarkt. Ze worden verpakt in zakken of bakken van verschillende gewichten. De overige mosselen worden verwerkt tot conserven- en diepvriesproducten.


Lees ook