De aardappel

  1. De oorsprong van de aardappel
  2. Soorten
  3. Bereiden
  4. Bewaren
  5. Lees ook

De aardappel wordt in de Nederlandse maaltijd bij het hoofdgerecht gegeten. Het is een belangrijke bron van koolhydraten. Je kunt ze op veel manieren gebruiken, alleen niet rauw. Je kunt de aardappel koken, bakken, frituren of poffen. De aardappel behoort tot de nachtschadefamilie, net als bijvoorbeeld de tomaat, aubergine, courgette en de paprika. Niet alle aardappels zijn geschikt voor consumptie. Je kunt de aardappel in drie soorten onderverdelen. Er zijn consumptieaardappels (45%), zetmeelaardappels (31%) en pootaardappels (24%). De aardappel groeit aan een plant waarvan aan de onderkant van de ondergrondse stengel een knol wordt gevormd. Het is de energievoorraad van de plant. Er groeien ongeveer twaalf aardappelen aan een plant. De bloemen, bladeren en besjes van de plant zijn giftig.


De oorsprong van de aardappel

De aardappel is naar Europa gebracht door Spaanse ontdekkingsreizigers. Monniken zorgden vanuit hun kloostertuinen ervoor dat de aardappel verspreid werd over Europa. In het begin was de aardappel geen succes. Men wist niet hoe het gewas gegeten moest worden en men werd ziek van de bladeren en bessen. Toen men er achter kwam dat de knol gekookt gegeten moest worden duurde het nog een tijd voordat hij volledig geaccepteerd werd. In 1727 werd de aardappel in Friesland als voedsel erkend. Aanvankelijk was de aardappel voedsel voor arme mensen. Toen men er achter kwam dat de aardappel goede kwaliteiten bezat, zoals vitamine C, kreeg de aardappel steeds meer de status van volksvoedsel. Zeelieden namen ze mee op reis om scheurbuik tegen te gaan.


Soorten

Aardappels worden geteeld voor consumptie. Er zijn veel verschillende rassen, zoals de bintjes, eigenheimers, Nicola, Opperdoezer Ronde, en meer. Deze consumptieaardappels worden gebruikt in de keuken en in de fabriek om er aardappelchips of andere aardappelproducten van te maken. Zetmeelaardappels worden verwerkt tot aardappelpuree of als grondstof voor de aardappelzetmeelindustrie. Pootaardappels worden verkocht als nieuw pootgoed.


Bereiden

De aardappel is voedzaam. Een belangrijke bouwstof in de aardappel is eiwit. Het zit vlak onder de schil. Nieuwe aardappels hebben een dunne schil. Het is aan te raden deze in de schil te koken, zodat het eiwit niet verloren gaat. Oude aardappels moet je schillen met een aardappelmesje of een dunschiller. De blauwe plekken van de aardappel hoef je niet weg te snijden, het is alleen geen fraai gezicht. Als een aardappel teveel in het licht heeft gelegen, wordt hij groen. In het groen heeft zich een giftige stof gevormd, solanine. Je kunt het groene gedeelte niet eten. Bij het koken van de aardappels hoeven ze niet helemaal onder water te staan. Zet ze op het vuur in een klein laagje water, zo blijven de vitamines beter bewaard. Aardappels moeten ongeveer 20 minuten koken. Met een vork controleer je of ze gaar zijn, je kunt er dan makkelijk in prikken. Er zijn kruimige aardappelen en vastkokende. Het water moet je weggooien want hierin zitten nu licht giftige stoffen: solanine en nitraat. Je kunt een aardappel voorkoken, waarbij je een kortere kooktijd gebruikt, om hem vervolgens in de oven of op de barbecue te poffen, of te frituren. Het poffen kan ook zonder de aardappel vooraf te koken, maar dan duurt het wel een uur voordat ze gaar zijn. Bij frituren maakt het niet zoveel uit.

Bewaren

Aardappels kun je bewaren op een droge donkere plek, uit de verpakking. Gekookte aardappelen kun je een dag in de koelkast bewaren, om ze de volgende dag lekker op te bakken.


Lees ook